TYPISCH JAREN 30

Metselwerk van een jaren 30 woning

Mooi metselwerk met fraaie baksteendetails kan niet ontbreken bij een jaren 30 woning. We hebben al heel wat varianten gezien en willen de mooiste pareltjes graag in dit artikel delen. Want het is een onlosmakelijk onderdeel van de charme van het jaren dertig huis. Het metselwerk is één van dé kenmerken van een jaren 30 woning.

In dit artikel vertellen we alles over het metselwerk van de jaren 30 woning. We vertellen over de verschillende kleuren baksteen, baksteenformaten, metselwerkverbanden, het voegwerk, metselwerk details, de gebreken, maar ook hoe jij het metselwerk van je jaren 30 woning kan verduurzamen.

De baksteen

Bakstenen zijn in verschillende vormen, kleuren en structuren terug te vinden in jaren 30-woningen, de ene nog mooier dan de andere. Daarnaast zijn er nog andere verschillende eigenschappen 

die het uiterlijk van de steen bepalen zoals de klei, het bakproces, de hardheid, doorbakkenheid en het wateropnemend vermogen van de steen.

Hoe werden bakstenen gemaakt

In de jaren ’30 werden bakstenen op twee manieren vervaardigd: met de hand en machinaal.

Bij handgemaakte bakstenen werd de klei door arbeiders uitgegraven en verzameld. Deze klei werd vervolgens met de hand gekneed om een uniforme consistentie te verkrijgen. De geknede klei werd door een vormer in houten mallen geplaatst om de bakstenen te vormen. Vervolgens werden de stenen op droogvelden geplaatst om te drogen. Na het drogen werden de bakstenen in ovens gebakken. Je kunt je voorstellen dat dit proces arbeidsintensief en tijdrovend was.

De machinale productie van bakstenen die aanzienlijk minder tijdrovend is, wordt tegenwoordig vaak uitgevoerd. De klei wordt nu vaak machinaal uitgegraven met behulp van baggermachines. Daarna wordt de klei machinaal gekneed, wat efficiënter is dan handmatig kneden. Voor de vormgeving en texturen worden verschillende methoden gebruikt, zoals:

Vormbak: Hierbij wordt elke steen machinaal uit de mal gelost.
Handvorm: De klei wordt machinaal in een met zand bestrooide mal gedrukt.
Strengpers: Een lange streng klei wordt gesneden in stenen van de gewenste breedte met behulp van een draad.

De mechanisatie heeft de productie van bakstenen efficiënter gemaakt, maar de basisbewerkingen zijn in de loop van de tijd onveranderd gebleven.

Monument renovatie verbouwen reinigen metselwerk

Kenmerkende baksteenformaten

In de vorm van bakstenen bestaat een grote variatie. Zo zijn er wel meer dan honderd verschillende afmetingen. Bij jaren 30-woningen komen wij een aantal formaten vaak tegen, zoals het Waalformaat en Vechtformaat. Daarnaast zien we ook vaak extra lange stenen, zoals bijvoorbeeld het Hilversums formaat of Utrechts plat.

Waalformaat: 210x100x50mm
Vechtformaat: 210x100x40mm
Hilversums formaat: 225x105x40mm
Utrechts plat: 225x109x39mm

Naast de afmetingen is er ook nog een verschil in de structuur van de steen. Zo zijn er hele strakke rechte stenen en minder strakke stenen met reliëf erin; beide zijn terug te vinden in het metselwerk van jaren 30-woningen.

Kleurrijke bakstenen

Bij jaren 30-woningen worden vaak verschillende kleuren bakstenen gebruikt. Over het algemeen is de onderste halve meter stenen donkerder van kleur (hierover in verderop in het artikel meer). Zo nu en dan zien we ook metselwerk met patronen of lagen van afwisselende baksteenkleuren. Er zijn een aantal kleuren die we het meest tegenkomen; dit zijn oranje-rode, rood-paarse, bruine en wit-gele bakstenen.

Soms zien we een mix van verschillende kleuren bakstenen, bijvoorbeeld oranje-rood en bruin-geel. De kleur van de baksteen ontstaat tijdens het bakken. De aanwezige mineralen in klei zorgen voor zuurstofopname, wat een bepaalde kleur geeft. IJzeroxide is een van de belangrijkste mineralen in klei en zorgt voor de rode kleur in de baksteen. Wanneer de klei meer kalk bevat geeft dit een gelere kleur.

De gesinterde steen

De gesinterde steen zien we zo nu en dan voorbij komen bij jaren 30-woningen. Deze steen is te herkennen aan een donkere (zwarte), glazuurachtige laag of plek op de steen. Er bestaat geen enkele steen die er hetzelfde uitziet, hierdoor krijgt de gevel een unieke en levendige uitstraling. De gesinterde baksteen wordt op een extra hoge temperatuur gebakken (ongeveer 1.125 graden Celsius). Door deze hoge temperatuur begint de buitenste laag van de steen bijna te smelten, wat resulteert in een zwarte of grijze plek.

Halvegaren

Heb je je ooit afgevraagd waar het woord: halvegare vandaan komt? Dit waren letterlijk halfgare stenen. Tijdens het bakproces van een veldbrandoven werden niet alle stenen even heet gebakken. Aan het eind van het bakproces had je gesinterde 

of bijna gesmolten stenen en halfgare stenen en alles daar tussenin.De halfgare stenen konden niet gebruikt worden in het gevelmetselwerk. Deze halvegaren werden soms onderin de kruipruimte gelegd, ze waren eigenlijk nergens goed voor (bron).

Het belang van het trasraam

Het metselwerk van de gevel begint bij de fundering, dit noemt men het trasraam. Het trasraam is te herkennen aan de donkerdere kleur. Het bestaat uit hardere stenen (klinkers) en harde mortel om optrekkend vocht te voorkomen. Klinkers zijn stenen die op een hogere temperatuur zijn gebakken. Hierdoor worden ze zo hard dat ze nauwelijks nog vocht opnemen.

Bij een jaren 30-woning werden de klinkers gebruikt om de fundering tot en met het trasraam te metselen. Het trasraam heeft niet alleen een praktische functie, maar draagt ook bij aan het visuele aspect. Zo benadrukt het trasraam de horizontale belijning die je bij een jaren 30-woning centraal staat.

"Wist je dat metselwerk werd gebruikt als expressief element? "

Metselwerkverbanden

Om metselwerk stabiliteit te geven, wordt het in een verband gemetseld. Dit verband wordt gecreëerd door stenen ten opzichte van elkaar te verschuiven. Als je goed let op de verschillende gevels van woningen, zul je al snel ontdekken 

dat er een grote variatie aan metselwerkverbanden bestaat. Soms worden alleen hele stenen gebruikt, en soms worden ook halve stenen gebruikt. Hoe zijn deze verbanden opgebouwd, waar komen ze vandaan en welke verbanden zijn er precies?

Wat is de kop en de strek van de baksteen?

Om een verband te creëren zijn er verschillende afmetingen baksteen nodig. Deze afmetingen zijn van oudsher op elkaar afgestemd en hebben een naam gekregen. De lengte van de steen is in de meeste gevallen gelijk aan twee halve stenen plus een voeg. De lange zijde van een baksteen heet een strek en de korte zijde heet een kop. De verschillende afmetingen stenen met benamingen die gebruikt worden zijn:

Strek: de lange zijde van een baksteen.
Kop: korte zijde van de baksteen.
Drieklezoor: 3/4 van een volledige baksteen.
Klezoor: 1/4 van een volledige baksteen.
Klisklezoor: de helft van de steen in de lengte richting.
Geschifte steen: horizontaal de helft van de steen.

Koppen- en lagenmaat

De afmeting van de gevel en de positie van gevelopeningen worden bepaald aan de hand van de koppen- en lagenmaat. Bij het berekenen van de lengte van een muur wordt de koppenmaat gebruikt, wat de gemiddelde breedte van een baksteen plus de gemiddelde breedte van een stootvoeg is. De lagenmaat verwijst naar de verticale afmeting van het metselwerk. Het is de gemiddelde dikte van een baksteen plus de gemiddelde dikte van de voeg tussen de stenen.

Stabiliteit en esthetiek

Metselwerkverbanden werden niet alleen gebruikt voor stabiliteit en functionaliteit, maar ook voor esthetische doeleinden. Daarnaast waren in de jaren 30 materialen en arbeid aanzienlijk goedkoper, wat het gebruik van speciale verbanden veel gangbaarder maakte dan vandaag de dag.

Mensen beschouwden de verschillende patronen die door metselwerkverbanden werden gecreëerd als een belangrijk aspect van de gevel. Bovendien werd de keuze voor een specifiek metselwerkverband vaak bepaald door esthetische overwegingen, architectonisch ontwerp en regionale bouwtradities.

De spouwmuur

De spouwmuur, een uitvinding uit de 17e eeuw, speelt een cruciale rol in metselwerkverbanden en kwam na 1920 algemeen in gebruik. Bijna elke woning uit de jaren ’30 is daarom voorzien van een spouwmuur, hoewel je ook delen van massief metselwerk zonder spouw kunt tegenkomen.

Het grootste voordeel van een spouwmuur is de preventie van vochtdoorslag tussen de muren, gepaard met een isolerende werking. In tegenstelling tot een spouwmuur, waarbij de stenen uniform zijn geplaatst, worden bij een massieve muur stenen afwisselend dwars en in de lengterichting gelegd, wat leidt tot diverse metselverbanden.

Hoe herken je een spouwmuur?

Hoe weet je of je een spouwmuur hebt? Als jouw jaren 30 woning van begin 1920 is dan kan er een spouwmuur in zitten, maar het hoeft niet. 

De kans is sowieso groter dat je wel een spouwmuur hebt maar om het zeker te weten kan je simpelweg de rolmaat pakken.

Een spouwmuur is door de spouw namelijk altijd dikker dan een massieve muur (steensmuur). Een spouwmuur is tussen de 25 en 28 cm. Je kan dit opmeten bij een deur of een te openen raam. Verder kan je het ook zien aan het metselwerk-verband, hoewel dat geen 100% zekerheid geeft. 

Opmeten = zeker weten!

Veel gebruikte verbanden

Er zijn een aantal verbanden die in de jaren 30 veel gebruikt werden:
Halfsteensverband: Strekken verspringen steeds een halve steen.
Kruisverband: Afwisseling van koppen en strekken in lagen. Lijkt op staand verband, maar strekken verspringen steeds een halve steen.
Klezoorverband: Lijkt op halfsteensverband, strekken verspringen steeds een klezoor.
Vlaams verband: Afwisseling van koppen en strekken in lagen.
Noors kettingverband: Per laag twee strekken en een kop, deze staan een klezoor van elkaar verschoven waardoor een verticaal patroon van koppen ontstaat.
Staand verband: Afwisseling van koppen en strekken in lagen. Lijkt op kruisverband, maar strekken verspringen niet per laag, maar staan recht boven elkaar.


Halfsteensvervand

Kruisverband

Klezoorverband

Vlaams verband

Noors kettingverband

Staand verband
staand metselwerk

De binnenkant van het metselwerk

Het buitenblad van het metselwerk kreeg veel aandacht, maar het binnenblad daarentegen niet. De binnenkant van het metselwerk is bij een jaren 30 woning bijna altijd gestuukt. 

Omdat dit metselwerk niet zichtbaar is, werd dit zo goedkoop mogelijk gemetseld. Hierbij gaat het om snelheid, dus geen mooi verband maar snel gestapelde stenen. Dit staat bekend als vuil metselwerk.

Voeg

Voegen zijn een essentieel onderdeel van metselwerk en vervullen verschillende belangrijke functies. Ze dragen bij aan de structurele stabiliteit van een muur door belastingen gelijkmatig te verdelen en de kans op scheurvorming te verminderen. Bovendien helpen voegen water af te voeren van het oppervlak van het metselwerk, voorkomen ze dat water in de muur dringt en verminderen ze het risico op schade door bevriezing en ontdooiing. 

Voegen bieden ook ruimte voor uitzetting en krimp, waardoor wordt voorkomen dat het metselwerk barst of beschadigd raakt. Naast hun praktische functie werden voegen in de jaren 30 ook esthetisch benut. Vaak gebruikte men een terugliggende horizontale voeg (lintvoeg) en een minimale dichte verticale voeg (stootvoeg). De schaduwvorming die de voeg veroorzaakt, benadrukt de horizontale belijning die zo belangrijk is bij jaren 30 woningen.

 

De meest voorkomende voeg is de diepe terugliggende voeg, maar er werden ook andere voegstijlen gebruikt. In de jaren 30 werden de volgende voegen veel toegepast:

Platvolle voeg
Verdiepte voeg
Knipvoeg of snijvoeg
jaren 30 metselwerk knipvoeg

De kleur van de voeg is eveneens een belangrijk aspect, aangezien een tintverschil de algehele uitstraling van de gevel kan beïnvloeden. In de jaren 30 koos men vaak voor lichte, neutrale kleuren voor de voegen,

 zoals een zachte grijstint of crème kleur. Deze kleuren gingen goed samen met de populaire baksteenkleuren van die tijd en gaven de gevels een harmonieus en elegant uiterlijk.

Metselwerk details 

Waar tegenwoordig bij nieuwbouw het metselwerk vaak zo eenvoudig mogelijk wordt gehouden vanwege de kosten, waren de architecten en metselaars in de jaren 30 bijna kunstenaars. In het metselwerk werden veel details verwerkt. Dit is ook wat de jaren 30 woning zo uniek en karakteristiek maakt. 

Deze karakteristieke details inspireren ons weer bij het ontwerpen van de verbouwing. De details die we bedoelen zijn rollagen, staand metselwerk, klamp metselwerk, inspringende stenen, half open metselwerk en diverse verbijzonderingen.

Rollagen

Zo zijn er bijna altijd rollagen boven kozijnen te zien. Ook boven het trasraam werd vaak een rollaag gemaakt, maar soms ook op andere plaatsen, zoals onder het kozijn, om een horizontale lijn toe te voegen.

Staand metselwerk 

Staand metselwerk, ook wel lopend metselwerk genoemd, betekent dat de bakstenen staand (verticaal) worden gemetseld, dit metselwerk is vaak terug te vinden bij jaren 30-woningen. De techniek creëert een verticaal patroon in de gevel en wordt vaak aan de boven- of onderkant van de gevel gebruikt.

Klamp metselwerk 

Iets minder gebruikelijk maar zeker niet geheel onbekend is klamp metselwerk. Hierbij wordt de steen op zijn kant geplaatst, met de brede zijde naar voren. Als je klamp metselwerk gebruikt, heb je minder stenen nodig omdat het oppervlak groter is. Maar de wand is ook dunner en kan constructief gezien minder dragen. Klamp werd dan ook gebruikt als visueel element of voor niet dragende tussenwanden.

Verbijzonderingen

Als de architect de tijd heeft genomen of gekregen, kunnen er veel verbijzonderingen in de jaren 30 woningen zitten. Niet iedereen zal dit direct opmerken, maar als je weet waarnaar je moet kijken zitten de meeste jaren 30 woning vol met verbijzonderingen! 

Enkele voorbeelden hiervan zijn: patronen in het metselwerk, uitstekende en terugliggende rollagen, uitstekende en terugliggende stenen, open metselwerk, vormen in het metselwerk van stenen in andere kleuren, betonnen en hardstenen elementen of andere details verwerkt in het metselwerk.

metselwerk plantenbak
sier metselwerk 2
jaren 30 metselwerk zwarte kozijnen

Veel voorkomende bouwkundige gebreken

Het metselwerk vertoont, net als de jaren 30-woning, vaak algemene bouwkundige gebreken. Dit komt vooral doordat het metselwerk al 100 jaar oud is. De gebreken kunnen variëren van klein tot groot. Het metselwerk is eigenlijk altijd verkleurd, maar dit is natuurlijk logisch na zo’n lange tijd. Op plekken van het metselwerk die vaak vochtig zijn, is het vaak erger. 

Daarnaast kunnen er problemen zoals scheurvormingen, voegwerkproblemen, vochtproblemen, verzakkingen of loszittende stenen voorkomen. Ook kan het voorkomen dat herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd voor eerder genoemde problemen, maar dat deze slecht of lelijk zijn uitgevoerd.

Regelmatige inspectie

Het is belangrijk om deze gebreken tijdig te ontdekken en te repareren om verdere schade aan de woning te voorkomen en de veiligheid van de bewoners te waarborgen. Een regelmatige inspectie van de woning kan helpen om deze gebreken op te sporen.

Verduurzamen van de gevel en het metselwerk

Er zijn diverse methoden om de gevel en het metselwerk te verduurzamen. Enerzijds kun je de gevel na-isoleren met spouwmuurisolatie of een voorzetwand aan de binnenzijde plaatsen.

Anderzijds omvat verduurzamen niet alleen betere isolatie, maar ook het verlengen van de levensduur van het metselwerk. Dit houdt in dat je actief het voegwerk herstelt en vervangt, loszittende stenen weer vastzet en het metselwerk impregneert voor extra bescherming.

Spouwmuur isolatie

Spouwmuurisolatie biedt een efficiënte methode om spouwmuren na te isoleren. Het grootste voordeel is dat je dit kunt uitvoeren zonder ingrijpende veranderingen aan de woning aan te brengen,

waarbij de binnenkant van de woning volledig onaangetast blijft. Men boort kleine gaatjes aan de buitenzijde door de voeg, waarna men het isolatiemateriaal in de spouw blaast. Lees hier meer over het natuurvriendelijk isoleren van de spouw.

Voorzetwanden

Voorzetwanden aan de binnenzijde van woningen zijn veel ingrijpender dan spouwmuur isolatie en worden voornamelijk toegepast wanneer de woning grondig wordt verbouwd. Allereerst plaatst men een extra wand met isolatie aan de binnenkant.

Daarna stuct men de wand opnieuw en brengt men al het lijstwerk dat aanwezig kan zijn, opnieuw aan. Het grootste voordeel van een voorzetwand is dat het een hogere isolatiewaarde kan bieden dan spouwmuurisolatie, wat cruciaal is voor energiebesparing en comfort.

Wil je niet alleen je metselwerk maar je hele jaren 30 woning verduurzamen? Lees hier meer over onze duurzame aanpak bij het verbouwen van jaren 30 woningen.

Nog meer over de baksteen

Heb je nog steeds geen genoeg van metselwerk of wil je meer over de historie van bakstenen weten?
Lees het boek: De biografie van de baksteen, 1850 – 2000. Dit boek vertelt het verhaal van de ‘jongere’ baksteen, uit de periode tussen 1850 en 2000.

Of luister de podcast van Maikel Kuijpers: de Baksteen, een anker voor de toekomst. De podcast vind je op Spotify via deze link.